In dit deel staat de moord op Van Gogh centraal. Een van de mensen die aan het woord komt is Mohammed Azahaf, werkzaam bij het Amsterdamse jongerencentrum Argan. Wanneer hem iets gevraagd wordt over beledigingen zegt hij: "Als je je hond Allah gaat noemen, ben je verkeerd bezig. Waarom zou je je huisdier de naam geven van een god van bijna een miljoen moslims in Nederland?" Azahaf lijkt het hier te hebben over de hond van Van Gogh.
Fig. 1: Afbeelding van Allah
Reden genoeg voor de vrienden van Theo om hun onvrede te uiten. "Ik ben witheet", aldus Rainer Hensel, de man die voor de films van Van Gogh de muziek componeerde en die daarmee de term 'boezemvriend' meer dan verdient. "De hond van Van Gogh heette geen Allah, maar Igor. Ik kan het weten, want ik heb hem heel vaak uitgelaten", stelt Hensel, om daar veelbetekenend "Hans Teeuwen deed dat ook" aan toe te voegen. Filmproducent Gijs van de Westelaken valt hem bij: "Die hond heette Igor. Ik heb Igor ook vaak uitgelaten." De rest van het geklaag kon helaas niet opgetekend worden, omdat er toen een geluidsorgie losbrak, waarin alle aanwezigen al masturberend bij de gedachte aan Theo en zijn hond om het hardst riepen hoe vaak ze Igor uit hadden gelaten.
In een reactie op alle commotie heeft Azahaf inmiddels aangegeven over de hond van iemand anders te hebben gesproken. "Ik wist niet eens dat Van Gogh een hond had", aldus de geïnterviewde, "en ik heb hem maar een paar een keer uitgelaten."
Geen opmerkingen:
Een reactie posten